Financiën taakveld Bestuur

Algemeen
De kosten voor personeel, gebouwen, automatisering, verzekering, kapitaallasten, etc. worden verzameld op zogenaamde kostenplaatsen.Enerzijds betreft dit kosten die direct aan een activiteit of taak  kunnen worden toegerekend. Deze kosten worden vanuit de kostenplaatsen toegerekend/doorbelast aan de diverse taakvelden. Anderzijds is sprake van kosten die verband houden met de sturing en ondersteuning van het primaire proces, de overhead. Deze kosten worden vanuit de kostenplaatsen toegerekend/doorbelast aan het taakveld overhead. In beide gevallen vindt de doorbelasting plaats op basis van uren.

Omdat de kosten op de kostenplaatsen en de uren jaarlijks fluctueren, ontstaan er tussen de jaren verschillen in de toerekening/doorbelasting. Dit komt in de toelichting op het onderdeel 'wat mag het kosten' tot uiting in hogere of lagere toerekening/doorbelasting van kostenplaatsen of apparaatskosten.  

Lasten
De begrote lasten 2023 zijn € 39.000 hoger ten opzichte van de begrote lasten 2022. Dit wordt vooral verklaard door:

• Indexering van de accountantskosten. De accountantskosten stijgen in 2023 met € 3.000 ten opzichte van 2022.

• Een daling van de bestuurskosten Raad € 61.000 in 2023 ten opzichte van 2022.
• Een stijging van de toegerekende apparaatskosten van € 85.000 in 2023 ten opzichte van 2022.
• Door een wijziging in de doorbelasting van de kostenplaatsen zijn de begrote lasten in 2023 hoger dan in 2022.

• Het vanaf 2023 niet meer moeten begroten van de salarispost van € 92.000 voor voormalig collegeleden.
• Stijging van de salariskosten van Raad en Raadscommissies. In 2023 een stijging van €17.000.

Baten
Er zijn op dit taakveld geen baten begroot.